top of page
Writer's pictureEva Hoogland

De prijs van armoede: hoe ongezonde voeding de kwetsbaren treft 

Updated: May 28

Tomatensoep uit blik, paprikachips en eiersalade: dit zijn voorbeelden van ultimate-processed foods (UPF's) die de supermarkt domineren. Ze zijn goedkoop, gemakkelijk te consumeren en verslavend lekker. Vrachtwagenchauffeur Hidde (41) uit Leeuwarden kampt, zoals velen, met het grote negatieve bijeffect ervan: overgewicht. “Met alle verleidingen die er in onze samenleving bestaan, is het gewoon heel lastig om de juiste keuzes te maken”. 

 

Het is een koude ochtend en Hidde* (41 jaar) zit aan de keukentafel in zijn sociale huurwoning in Leeuwarden. Hij zou eigenlijk naar de supermarkt gaan vandaag, maar dat is een plek waar Hidde liever niet komt. Zo vindt hij de prijzen van de boodschappen erg hoog geworden en daar wordt hij liever niet mee geconfronteerd. Hidde werkt als vrachtwagenchauffeur in Heerenveen, maar zat hiervoor jarenlang in de bijstand. “Het verdient goed”, zegt Hidde. “Maar ja, door de hoge prijzen van de boodschappen is alles zo duur”. 


Hidde kreeg huurtoeslag, maar moest dat inleveren toen hij weer ging werken. Daardoor betaalt hij meer voor zijn sociale huurwoning dan eerst, legt hij uit. Hidde heeft een zwaar leven gehad, waarbij hij allebei zijn ouders op jonge leeftijd heeft verloren. Nu woont hij alleen in Leeuwarden en weegt hij inmiddels veel te veel. 

 

Eigenlijk is het heel logisch dat Hidde te zwaar is. Zo’n 20.000 jaar geleden sprokkelde de mens nog zelf het eten bij elkaar. “Er was altijd honger. Dus ja, degene die daar een beetje tegen konden, die goed waren in extra vet opslaan, die overleefden”, vertelt hoogleraar en voedingswetenschapper Annet van Roodenburg van de Hogere Agrarische School in Den Bosch. Ze is gepromoveerd op voeding en gezondheid. “Die genen van 20.000 jaar geleden zijn bewaard gebleven”, zegt Roodenburg, ,,en wij zijn nog steeds genetisch in staat om enorm goed en efficiënt met onze energie om te gaan en dat op te slaan voor een moment van eventuele schaarste”.

 

Het punt is alleen: tegenwoordig is er in de westerse wereld geen moment van schaarste en is er altijd een supermarkt om de hoek. “Eigenlijk zijn overgewicht en obesitas een normale reactie op een abnormale omgeving.” Die supermarkten nemen een deel van het koken voor ons uit handen. Peter Klosse, hoogleraar en expert op het gebied van smaak, vertelt hierover: “Als je olie wil hebben, hoef je natuurlijk niet een olijfboom in jouw tuin te hebben. Je kunt gewoon een flesje olijfolie kopen. Dat is een vorm van bewerkt eten die allemaal prima is”. 

 

“Waar je je zorgen over moet maken, is de ultra-processing van voedsel”, legt Klosse uit. “Dat gaat over processen die je niet thuis zelf kunt doen. Persen, malen, kneden, wassen, snijden: dat kun je allemaal zelf. Maar extrusie, homogeniseren of hydrogeneren? Dat kun je niet zelf”. 

Ultimate Processed Foods (UPF’s) zijn producten die heel erg bewerkt zijn. Dit is niet alleen kant-en-klare pizza, maar je kunt hierbij ook denken aan voedingsproducten als selleriesalade, proteïneyoghurt en erwtensoep uit blik. 

Vaak vervangen UPF’s ook duurdere ingrediënten in het eten, waardoor het product goedkoper wordt. Kun je de vijftig milliliter olijfolie deels vervangen voor de goedkope palmolie? Dan blijft het product bijna hetzelfde, maar maakt het bedrijf meer winst. Om de smaak nog ‘lekker’ te houden, voegen producenten goedkope smaakversterkende ingrediënten toe, wat resulteert in een waslijst aan ingrediënten op de achterkant van de verpakking.


“Die hoogbewerkte producten die zijn zo goed ontworpen, zo slim in elkaar gesleuteld en met zoveel onderzoek gemaakt, dat we ze inderdaad lekker vinden”, vertelt Klosse. “Het is onmogelijk om ze niet lekker te vinden. Dat is natuurlijk super verraderlijk, want het zou natuurlijk hartstikke fijn zijn als dat spul vies was”. 


Omdat het zo lekker smaakt, werkt het ook enorm verslavend. In het recept wordt naar de perfecte balans gezocht tussen vet, suiker en zout, waardoor elke hap uitnodigt om er nog een te nemen. Als je zelf een hamburger maakt, zit je aan het einde van je broodje propvol. Eet je een medium-menu van een populaire fastfoodketen? Dan heb je na een half uur weer trek in een nieuwe maaltijd, terwijl je net zomaar 1100 kilocalorieën hebt gegeten. In de supermarkt zijn deze producten ook nog eens lang houdbaar en vaak in de aanbieding. 

 

“Het lijkt erop dat er meer mee aan de hand is dan we tot nu toe hebben aangenomen”, vertelt Peter Klosse. “Ondertussen blijkt toch dat veel van de bewerkte processen achteraf gezondheidsproblemen opleveren. Denk hierbij aan ziektes zoals obesitas, kanker, reuma of hersenproblemen. Dat zijn ziektes die bijna allemaal direct gerelateerd zijn aan het leefpatroon. En een leefpatroon is voor tachtig tot negentig procent voeding.” 

 

“De voedselindustrie heeft natuurlijk het doel om winst te maken. En om winst te maken, ga je een goed verhaal creëren om je producten te verkopen, dat heet marketing”, legt Klosse uit. De verpakkingen van UPF’s staan daarom ook vol met ‘goede claims’. Denk aan slagzinnen als ‘minder zout’, ‘meer proteïne’ of ‘toegevoegde vitamine B’. 


Uit onderzoek blijkt dat mensen hierdoor geneigd zijn een product vaker te kopen. Als ze het product eten, smaakt het zo lekker dat ze de hele rambam in één keer opeten. En dat nog eens voor een lage prijs. UPF’s lijken een perfecte cocktail te creëren voor gewichtstoename. Je eet een product waar je lichaam geen voedingsstoffen uit kan halen, dat lekker smaakt en dat ook nog eens goedkoop is. 

 

Mensen met een lage opleiding lijken hier het meeste nadeel van te ervaren: “We noemen onszelf een welvarend land. We staan dus toe dat de mensen die het meest afhankelijk zijn van voeding, eigenlijk allemaal opeens ziek zijn. Dat zijn de laagopgeleiden. Daar bedoel ik dus helemaal niet mee dat ze lager opgeleid zijn en daarmee dommer zijn. Nee; lager opgeleid betekent bijna altijd lagere inkomens en een lage inkomensklasse. Ze zitten dus in de onderste sociale klassen en daarom zijn ze min of meer gedwongen om het voedsel te eten dat het minst gezond is, aangezien dit het goedkoopst is”, aldus Peter Klosse. 

 

Hidde kijkt naar zijn eigen voedselomgeving. Zo koopt hij niet het Waldkorn-brood van de Albert Heijn, maar wel de bruine. Die heeft in totaal negentien ingrediënten, waaronder sojastukjes en meelverbeteraar. Op de verpakking staat dat het rijk is aan vezels en ook nog eens ‘authentiek’. Daarmee valt dit gezond-ogende brood onder de UPF’s. Brood is het enige wat hij bij de Albert Heijn haalt, want “de Jumbo is wat goedkoper”, vertelt hij. 

 

Als snack eet Hidde een Snelle Jelle om wat meer energie te krijgen. Tegenwoordig koopt hij die van het huismerk, dat is wat goedkoper. De ontbijtkoekreep heeft negentien ingrediënten, waarbij glucose-fructosestroop (suiker) op de eerste plek staat. Ook sorbinezuur, aardappelvezels en natriumcarbonaat zijn te vinden tussen de andere ingrediënten. Het lijkt een gezond tussendoortje, maar dat is het helaas niet. 

 

Extra vezels, nul procent vet of geen suiker aan toegevoegd: het is nog zo’n truc, waarbij gemaksvoeding zich promoot als een gezonde optie. “Ik ben geen voedingskundige, maar als historicus zie ik wel dat er de laatste tien, twintig jaar dat er veel meer opties op de markt komen die in ieder geval worden gepresenteerd als gezond”, vertelt Jon Verriet. Hij is een historicus die is gepromoveerd op de gezonde levensstijlen van Nederland in de afgelopen tachtig jaar. “Dat wordt mensen die weinig te besteden hebben niet makkelijk gemaakt om zogenaamd gezonde keuzes te maken. Dat vind ik een groot maatschappelijk probleem.”. 

 

Dat Hidde te zwaar is, wordt vaak geassocieerd met luiheid. Niets is minder waar. Allereerst is gezondere voeding gewoonweg duurder: zo is verhoudingsgewijs de prijs van groente en fruit in de afgelopen twintig jaar gestegen, terwijl snoep, koek en chips dezelfde prijs hielden. Uit onderzoek van het Centraal Bureau Statistiek (CBS) blijkt dat een hoge prijs van verse groente en fruit voor mensen met een laag inkomen een obstakel is om dagelijks te kopen. 

 

Er zijn meerdere studies die aantonen dat chronische stress ook bijdraagt aan het vasthouden van vet. Zo kan Hidde bijvoorbeeld minder goed met geld omgaan en maakt hij zich zorgen over hoe hij dingen moet betalen. Daardoor maakt zijn lichaam meer cortisol aan, wat de vetopslag stimuleert en spiermassa afbreekt. Verder vergroot cortisol de drang om te eten en het heeft ook invloed op je brein. Daarbij kan je lichaam ‘hunkeren’ naar een oplossing. Denk maar aan verslavingen als roken of gokken. Of aan eten van producten waar veel suiker, vet en zout in zit. “De ongezonde keuze is de gemakkelijke keuze. Wij worden voortdurend verleid om te veel zout, suiker, zout, vet, veel energie te eten. We eten ook gewoon te veel. En het is lastiger om voldoende groente en fruit en vezel binnen te krijgen”, vertelt Annet Roodenburg. 

 

Uit een Amerikaans onderzoek in 2018, blijkt dat de aanleg voor obesitas genetisch is bepaald. Aan inkomen is dat niet gerelateerd: de genen die obesitas veroorzaken, komen evenveel voor bij gezinnen met een hoog inkomen als bij gezinnen met een laag inkomen. Maar opgroeien in een gezin met een laag inkomen kan de kans op obesitas verdubbelen, aangezien mensen met een laag inkomen eerder letten op geld en ongezonde producten eenmaal goedkoper zijn. Daarnaast word je als consument ook voortdurend in je omgeving verleid om ongezonde keuzes te maken.  


“Die voedingspatronen worden niet alleen maar door de consument bepaald, maar ook wel gewoon door de omgeving”, vertelt hoogleraar Annet Roodenburg. Daarbij doelt Roodenburg vooral op de supermarkt en op de opties bij openbare plekken, zoals op het station. “Je hebt wel gezonde keuzes, maar het leeuwendeel is nog altijd ongezond. Nee, ik denk dat die consument die probeert gezond te eten het best moeilijk heeft, omdat de verleidingen erg groot zijn”. 

 

Dat prijs een belangrijke factor is, bevestigt Roodenburg: “Ja, wij denken dat wij keuze hebben, maar ik denk dat dat maar ten dele waar is. Tuurlijk, je wordt niet met een pistool op je hoofd gedwongen tot het kopen van kip vanavond. Maar je wordt wel verleid tot het kopen van die goedkope kip, omdat er deze week een actie ‘twee voor de prijs van een’ is, bijvoorbeeld”. 


Historicus Jon Verriet sluit zich daarbij aan: “Ik zie natuurlijk wel dat, als je wat te besteden hebt, het zoveel makkelijker is om gezond te eten. Vooral de combinatie gezond en lekker is gewoon echt prijzig in dit land, zeker als je dan ook nog een beetje gemakkelijk wil koken. Dat is echt gewoon hartstikke duur. Gezond en niet lekker, dat kan iedereen betalen. Dat is gewoon heel oneerlijk in ons land”, reageert Verriet. 

 

Dit geldt ook voor vrachtwagenchauffeur Hidde. Hij eet kant-en-klaarmaaltijden, en dat ligt ook aan de prijs. Door de inflatie geeft hij geen 300 euro per maand uit in de supermarkt, wat hij voorheen kwijt was, maar 400 euro. Als Hidde voor zichzelf zou koken, zegt hij dat hij bijna 20 euro per keer kwijt zou zijn, terwijl hij nu voor nog geen 9 euro per dag eet.

 

De redenering van Hidde lijkt zo logisch: met zijn inkomen is het voor hem interessanter om goedkoper te eten. Maar dat hij te dik is, kan veel nadelen geven. Zo blijkt uit onderzoek van de Radboud Universiteit dat dikke mensen vaak worden getypeerd als ‘ziek, lui en dom’. Vaak wordt dik zijn ook nog eens geweten aan een gebrek aan wilskracht (dik zijn is een eigen keuze en je moet eerst afvallen). 



 

Dit proberen dikke mensen daarom ook vaak te maskeren door ruime kledingstukken te dragen of door éxtra hun best te doen tijdens het werk of in relaties, vertelt wetenschapper Dide van Eck, die onderzoek deed aan de Radboud universiteit,  in een artikel van EenVandaag. Wie opgroeit in een arm gezin, heeft meer kans op overgewicht. Door dit overgewicht wordt men gediscrimineerd, waardoor er minder kansen en mogelijkheden zijn in de samenleving, relaties en werk. Het lijkt wel een vicieuze cirkel, want het wordt daardoor lastiger om ook uit die omgeving te komen.  

 

Bij Hidde thuis pakt hij uit de koelkast in Leeuwarden zijn lievelingseten: de Beef Rendang van de Jumbo. Zevenenzestig ingrediënten staan er op de achterkant. Op het eerste oog zien de ingrediënten er goed uit: kokosblad, citroengras en paprikapoeder. Maar onderaan het lijstje komt het probleem. In de ‘verse maaltijd’ zit ook gehydrolyseerd sojaeiwit, maïszetmeel en glucosestroop, wat niet gezond is. 

 

Volgens Hidde zit er verschil in kant-en-klaarmaaltijden. “Je hebt die echte fabriekskant-en-klaar. Dat is niet te vreten. Dat is gewoon één pot zout. Dat is gewoon niet goed en gezond voor je.”. Vaak zijn dit goedkoopste, die slechts enkele euro’s kosten. Welk merk Hidde wel koopt? “De bruine bakjes van het huismerk. Dat is ook wel kant-en-klaar, maar dat wordt wel enigszins normaal bereid”. Met normale ingrediënten, bedoelt hij daarmee. Voor hem zijn normale ingrediënten dat er niet te veel zout in zit. Hij kijkt niet op de achterkant: “nee, dat proef ik gewoon”. 

 

Om gezond eten voor iedereen toegankelijk te maken, heeft Annet Roodenburg een praktische oplossing: “Ik zou graag zien dat de gezonde keuze de gemakkelijke keuze gaat worden. En dat niet tachtig procent, maar vijftig procent van de supermarkt ongezond is. Dat zou al een enorme stap vooruit zijn”. Daarnaast vindt Roodenburg dat wetgeving ook een oplossing zou zijn. “Nieuwe wetgeving kan bijvoorbeeld zijn dat gemeenten het aantal fastfoodrestaurants kunnen beperken. Maar prijsmaatregelen kunnen ook een hele interessante zijn. Dus het invoeren van een suikertaks of btw-verlaging van groente en fruit.” 


*Hidde is een gefingeerde naam, vanwege privacyredenen. Zijn echte naam is bij de redactie bekend.


26 views0 comments

Comentarios


Los comentarios se han desactivado.
bottom of page